Vocht in de pleuraholte (holte tussen de longvliezen) kan de
long in verdrukking brengen en daardoor benauwdheid veroorzaken.
Bij een pleurapunctie wordt vocht verwijderd uit de pleuraholte,
waardoor de klachten van de vochtophoping kunnen verminderen. Ook
kan het verkregen vocht nader onderzocht worden.
De pleurapunctie vindt plaats terwijl de patiënt op een bed of
onderzoektafel ligt of zit. De huid wordt schoongemaakt met jodium
of alcohol. De longarts zit meestal aan de rugzijde en brengt een
naald in tussen twee ribben, tot in de holte tussen de twee
longvliezen (de pleuraholte). Bij een diagnostische punctie wordt
met een spuit vocht opgezogen en opgestuurd voor onderzoek. Deze
ingreep gebeurt zonder plaatselijke verdoving, omdat dit meestal
pijnlijker is dan de prik zelf.
Ontlastend
Bij grote hoeveelheden vocht kan gekozen worden voor een
ontlastende punctie, waarbij vocht wordt afgenomen door een
slangetje dat via de punctienaald in de pleuraholte wordt gebracht.
Bij een ontlastende punctie wordt de huid wél verdoofd.
Op het wondje komt een pleister. Het is verstandig een halfuur
na het onderzoek rustig aan te doen. Soms laat de arts nog
röntgenfoto's maken om het effect van de pleurapunctie goed te
kunnen beoordelen.