“Als ik erg mijn best doe, haal ik 50 dienstjaren in de zorg”

08 januari 2018

Anja Geldof-Kaat (61) werkt ruim 40 jaar in het HagaZiekenhuis en al 37 jaar op de kraamafdeling. In die tijd is er nogal wat veranderd in het verplegen van moeder en baby: "Baby's lagen vroeger op de kinderkamer. We hadden 4 zalen met in elke zaal 6 kraamvrouwen, dus er lagen ook heel wat baby's. Per dag was er één moment dat de baby's geshowd werden aan het bezoek. Opa en oma stonden dan achter de ruit en hielden het naamkaartje van de baby tegen het glas. Wij pakten dan de juiste baby en hielden hem omhoog. Dat ging natuurlijk ook wel eens mis, dan pakten we de verkeerde baby. En dan hadden opa en oma al gezegd dat hij zo op moeder leek."

Anja Geldof-KaatAnja Geldof-Kaat begon in 1977 als leerling-verpleegkundige in het voormalige Ziekenhuis Leyenburg. Daarvoor had ze al vier jaar als B-verpleegkundige in de psychiatrie gewerkt, "maar B alleen voelde niet compleet". Een opleiding tot A-(algemeen) verpleegkundige volgde, en in 1980 deed ze de specialisatie tot obstetrie-/ gynaecologieverpleegkundige (ook wel kraamverpleegkundige genoemd). "In 1980 kwam ik op de kraamafdeling terecht en ik ben er nooit meer weggegaan", vat Anja haar loopbaan monter samen. "Het bevalt me hier heel goed, de afdeling is erg leuk. Het blijft ook na al die jaren nog bijzonder om een geboorte mee te maken. Het is toch een van de belangrijkste momenten in iemands leven. En inmiddels word ik ook een beetje moederlijk naar mijn jongere collega's toe: ik ben trots op hoe ze zich ontwikkelen!"

Afwisseling

"Als obstetrie-/gynaecologieverpleegkundige draag je zorg voor moeder en kind. De arts doet het medisch handelen en jij begeleidt de vrouw die bevalt. Als er sprake is van een spoedkeizersnede, ga je mee. En als het kind benauwd raakt of de moeder niet goed wordt, moet je heel snel handelen. Dan ga je bijvoorbeeld met de kinderarts mee en assisteer je die bij het beademen of het aanleggen van een infuus. Daar houd ik ook van: de afwisseling tussen de rust en het doortastend optreden."

11 verloskamers

De situatie op de 'kraam' is tegenwoordig niet meer te vergelijken met vroeger. "Toen bleven de moeders na de bevalling minimaal 4 dagen in het ziekenhuis. En zwangeren met bloedverlies of een hoge bloeddruk werden uit voorzorg opgenomen. Je verzorgde patiënten dus langer en je bouwde ook meer een band met hen op. Dat is een groot verschil met nu, want de meesten zijn nu na 2 tot 12 uur weer weg. Dus je hebt veel minder rust en tijd om hen te begeleiden. Wij hebben 11 verloskamers en soms assisteren we de eerstelijnsverloskundigen in het Geboortehotel. Dus je zorgt als verpleegkundige voor meerdere vrouwen die aan het bevallen zijn. Af en toe vinden patiënten dat lastig, dat je al zo snel weer naar de volgende bevalling moet. Maar ik ben er zelf in meegegroeid."

Borstverband en kamferspiritus

Ook voor wat betreft de verzorging van de baby's is er veel veranderd. "Vroeger gingen we de baby na de bevalling zo snel mogelijk wassen en aankleden; al die viezigheid moest weg. Nu laten we hem of haar juist lekker een uurtje bloot bij de moeder liggen. Dat is een groot voordeel voor de hechting en voor het op gang komen van de borstvoeding. Destijds, in de jaren zeventig, was borstvoeding niet heel erg 'in'. Vrouwen die geen borstvoeding gaven, kregen een borstverband: de borsten werden opgebonden en ingesmeerd met kamferspiritus zodat de melk zou indrogen. Of het ook werkte, is maar de vraag. En alle vrouwen kregen na de bevalling een sluitlaken om, dat wij 3x per dag moesten losmaken om de buik te controleren", grinnikt Anja.

De eerste bevallingen

"De eerste bevallingen die je doet, vergeet je nooit. Een van die bevallingen was van een vrouw die een tweeling kreeg. De kindjes waren te klein en bleven nog weken in het ziekenhuis. Als ik die mevrouw nu tegenkom, groet ik haar nog altijd. Maar ik kan me ook heel goed herinneren dat er in mijn begintijd een Marokkaanse dame bij ons lag die zwangerschapsdiabetes had. In de week dat ze moest gaan bevallen, zei ze met haar handen op haar buik opeens: 'Baby dood'. Het kindje bleek inderdaad overleden. Dat heeft me toen wel geraakt. Gelukkig had deze mevrouw veel steun aan haar geloof, dat vond ik indrukwekkend."

50 dienstjaren

Anja Geldof-Kaat"Vanaf september 2013 hoef ik in verband met mijn leeftijd geen nachtdiensten meer te draaien, maar dat ben ik gewoon blijven doen. Inmiddels begin ik wel te voelen dat het omschakelen van nacht- naar dagdiensten lastiger wordt, dus die nachtdiensten gaan eruit. Vanaf oud en nieuw, ik ga er dus knallend uit! Ik werk nu nog 24 uur per week. De andere 2 dagen pas ik op mijn kleinkinderen. Ik heb er inmiddels 3! Gelukkig ben ik gezegend met een goede gezondheid. Als ik heel erg mijn best doe, werk ik op mijn 67e straks 50 dienstjaren in de zorg!"

Naar het overzicht