Internationale vrouwendag: HagaZiekenhuis vraagt aandacht voor genitale verminking

08 maart 2021

Naar schatting 41.000 vrouwen in Nederland zijn besneden. Gynaecoloog Wendela Kolkman van het HagaZiekenhuis ziet samen met Marisa Abdulgani van de GGD veel van deze vrouwen op het spreekuur. Omdat ze chronische klachten hebben of gaan bevallen en besneden zijn. Beiden benadrukken het belang van preventief optreden en het geven van goede voorlichting.

Wendela Kolkman spreekt niet van besnijdenis, maar van vrouwelijke genitale verminking, afgekort VGV: “Het gaat om een ingreep aan de uitwendige geslachtsorganen waar geen medische noodzaak voor is. En hoewel genitale verminking in Nederland strafbaar is, komt het nog steeds voor.”

De Haagse wethouder Kavita Parbhudayal (Zorg, Jeugd en Volksgezondheid) en Tweede Kamerlid Bente Becker (VVD) zijn het in een gesprek tijdens een werkbezoek roerend met Wendela en Marisa eens: dit onderwerp moet meer aandacht krijgen. Niet alleen binnen de gezondheidszorg, maar ook op de politieke agenda’s.

“VGV heeft levenslang ernstige gevolgen, zowel lichamelijk als psychisch en de impact op seksuele beleving is enorm”, ziet Wendela. “Bij mannen kan een besnijdenis functioneel zijn en wordt het geslachtsdeel niet verminkt. Bij vrouwen is dat wel zo, het wordt beschouwd als kindermishandeling.  Bij VGV wordt de clitoris deels verwijderd en de opening naar de vagina grotendeels dichtgenaaid onder niet steriele omstandigheden. Buiten het feit dat dat een zeer traumatische en pijnlijke gebeurtenis is, kunnen we dat wat weggehaald is, niet meer chirurgisch repareren.”

Marisa ziet wekelijks 5 nieuwe patiënten op haar spreekuur met problemen omdat ze zijn besneden. “Deze vrouwen durven vaak niet om hulp te vragen, terwijl de lichamelijke, psychische en seksuele gevolgen heel groot kunnen zijn. Wij merken dat erover praten met een deskundige hulpverlener al veel opluchting geeft.”

“Voor sommige vrouwen zijn de genitaliën een no-go zone,” vult Wendela aan. “Ze weten niet eens hoe ze eruitzien omdat besneden vrouwen zelf niet durven te kijken. Uitleg van de anatomie is belangrijk en lucht enorm op. Helaas zie ik ook vrouwen die zo ernstig verminkt zijn dat een operatie noodzakelijk is. Dat is heel heftig voor die vrouwen. Ik merk dat het me boos maakt wat die vrouwen vaak al op jonge leeftijd is aangedaan. Hun autonomie is ernstig geschaad.”

Meer alert zijn

Wendela ziet graag dat de ketenzorg nog meer samenwerkt op het gebied van VGV. “Dat geldt voor de huisarts, de gynaecoloog, de verloskundige, maar ook bij controles bij het consultatiebureau en regelmatig ook de bemoeienis van Veilig Thuis. We willen meer preventief kunnen optreden en meisjes behoeden voor een genitale verminking. Bij vrouwen uit landen waar genitale verminking voorkomt en die met hun pasgeborene op het spreekuur op het consultatiebureau komen, is het belangrijk om goede voorlichting te geven. Je hoopt ermee te voorkomen dat een meisje, net als haar moeder, ook verminkt wordt.”

Wethouder Kavita Parbhudayal en kamerlid Bente Becker hebben Wendela gevraagd om vanuit haar expertise mee te kijken naar beleidsstukken die binnenkort openbaar gemaakt worden. Allemaal zien ze de meerwaarde van de samenwerking tussen de werkvloer en de politiek.

Cijfers

Op 1 januari 2018 wonen in Nederland bijna 41.000 vrouwen die zijn besneden. Naar schatting lopen 4200 meisjes de komende 20 jaar risico op besnijdenis. Dat blijkt uit onderzoek van Pharos, expertisecentrum Gezondheidsverschillen in opdracht van het ministerie van VWS. In Nederland wonen ruim 95.000 vrouwen die afkomstig zijn uit landen waar meisjesbesnijdenis een cultureel gebruik is. Naar schatting is 43 procent van hen besneden: bijna 41.000 vrouwen. Het grootste deel van hen (82 procent) komt uit Somalië, Egypte, Ethiopië, Eritrea, Soedan en Irak. (bron Pharos)


Naar het overzicht