HagaHartcentrum eerste in Nederland met aortaklepvervanging via RAT-methode

12 april 2018

Alleen een klein sneetje op de rechterborst verraadt de grote hartoperatie die de 70-jarige Ton van der Snoek onlangs onderging in het HagaZiekenhuis van Den Haag. Hij is de eerste patiënt in Nederland die een aortaklepvervanging in het HagaHartcentrum kreeg volgens een nieuwe benadering, de RAT-methode (right anterior thoracotomy). Hartchirurg Ali Keyhan-Falsafi paste de techniek toe. In plaats van de borstkas te openen is alleen maar een klein sneetje nodig.

Patiënt Ton van der Snoek en hartchirurg Ali Keyhan-Falsafi"Ik was eigenlijk altijd gezond. Maar in mijn vakantie in Spanje kreeg ik last van kortademigheid en ik was duizelig", vertelt Ton van der Snoek. "Fietsen werd steeds zwaarder. Ik dacht eerst nog dat mijn fiets kapot was. Thuis bleven de klachten echter aanhouden. Daarom ben ik toch maar naar mijn huisarts gegaan. Die verwees mij naar het ziekenhuis. Maar dat haalde ik niet eens. Voor die tijd zakte ik al in elkaar. Via de ambulance kwam ik in het HagaHartcentrum terecht bij dokter Keyhan. Mijn aortaklep functioneerde niet goed meer en moest worden vervangen. Dokter Keyhan vertelde mij over de nieuwe RAT-methode, die veel minder ingrijpend is dan de gebruikelijke. Ik had er alle vertrouwen in. Hij belde mij even later op dat ik die vrijdag al kon komen. Dat was ineens heel snel, maar achteraf ben ik daar heel blij mee. Mijn klachten waren na de operatie verdwenen. Alleen door het kleine sneetje op mijn borst is te zien dat ik een hartoperatie heb ondergaan. Ik stond de volgende dag al naast mijn bed en had bijna geen pijn. Het herstel ging zo snel. Na 3 weken kon ik alweer autorijden. Bij de 'oude' methode zou dat ondenkbaar zijn geweest. Als ik op de operatie terugkijk, denk ik: een tandartsbehandeling is vervelender."

Standaardbehandeling voor grote groep

In Amerika wordt de techniek al langer gebruikt. Ali Keyhan leerde in Milaan hoe de ingreep moet worden uitgevoerd. "Bij een aortaklepvervanging wordt normaal gesproken de borstkas geopend", legt hij uit. "Dat gaat via het borstbeen wat ingrijpend genoeg is. Patiënten ervaren de nodige napijn en er is kans op bloedingen. Het herstel duurt langer, de eerste 6 weken kan een patiënt niet veel doen. Bij de nieuwe methoden gaat dat heel anders. Via een klein sneetje -tussen de ribben- net boven het hart wordt de klep vervangen. Omdat het om een minimaal invasieve ingreep gaat, heeft de patiënt veel minder pijn, is er minder kans op bloedingen en is de patiënt snel weer mobiel. Per jaar zullen we ongeveer 50 patiënten via deze techniek kunnen opereren. Mijn collega-hartchirurgen Gerard Hoohenkerk, Aria Yazdanbakhsh en Khalil Ayaan gaan de techniek ook toepassen. Overigens is die niet voor iedere patiënt geschikt. Het hangt af van de ligging van de hartklep. We moeten er wel goed bij kunnen. Maar voor een grote groep patiënten gaat de nieuwe techniek wel de standaardbehandeling worden."

Naar het overzicht