Minder angst, stress en pijn door helpende taal

06 april 2023

In het Juliana Kinderziekenhuis (JKZ) vinden we het belangrijk om stress, angst en pijn zoveel mogelijk te voorkomen. Positieve taal, ook wel Focustaal genoemd, leidt de aandacht af. Daardoor ervaar je minder angst en pijn. Ook ouders kunnen de methode gebruiken.

De kracht van woorden en gedachten

“Als we in het Juliana Kinderziekenhuis met kinderen praten, gebruiken we zoveel mogelijk positieve woorden”, zegt kinderarts Madelon Ruige. “Dat doen we heel bewust. Wat je zegt en wat je denkt heeft namelijk veel invloed op hoe je je voelt. Denk je bijvoorbeeld aan je favoriete hobby, dan word je daar meteen blij van. Denk je aan die leuke vakantie, dan ga je in je hoofd meteen op reis. Je zult zien dat je je direct meer ontspannen voelt.”

Dat werkt ook andersom. “Praat je over pijn of andere ongemakken, dan heeft dat een negatieve invloed op hoe je je voelt. Je kan er bang of gestrest door raken, waardoor de pijn of het ongemak nog erger wordt en een behandeling minder soepel gaat. De kans is groot dat een kind aan angst en pijn denkt als het naar het ziekenhuis moet. En dan kan een ziekenhuisbezoek traumatisch worden.”

(Tekst loopt door onder foto)


Afleiding

In het JKZ willen we dat graag voorkomen. “Focustaal is een vorm van ‘helpend taalgebruik’. Je vervangt negatieve woorden door positieve woorden en zinnen. Dus niet ‘Je krijgt een prik, dat kan even pijn doen’, maar ‘Ik geef je medicijnen, zodat je je beter voelt’. Wat goed meehelpt, is om kinderen tijdens de ingreep af te leiden. We vragen ze bijvoorbeeld om te vertellen over hun favoriete hobby of leukste droom. Ook speelgoed, een platenboekje, de iPad of bellenblaas zorgt voor afleiding. Daardoor zijn kinderen, en ook hun ouders, niet meer bezig met de behandeling.”

Rol voor ouders

Veel ouders zijn gespannen als zij met hun kind naar het ziekenhuis komen. “Dat is heel normaal. Je wil het beste voor je kind en pijn hoort daar niet bij,” zegt Madelon. Toch heb je als ouder een belangrijke rol bij een ziekenhuisbezoek. “Je kind vertrouwt op je. Als jij nerveus bent, merkt een kind dat en neemt hij of zij dat over. Rustig blijven is dus belangrijk, hoe moeilijk dat soms ook is. Ook voor een ouder is het goed negatieve woorden te vermijden en je kind af te leiden. Maak de gebeurtenis niet kleiner en ook niet groter dan nodig. Het helpt om je kind goed voor te bereiden. Voor veel behandelingen hebben we handige fotoboeken.”




Tips voor ouders

Dit kun je zeggen:

  • “Ik ben bij je en zal je helpen om te zorgen dat het goed gaat.”
  • “Weet je nog toen op de camping? Welke kleur tent hadden we ook alweer?”
  • “Omdat je toverzalf (EMLA, verdovende crème) hebt gekregen, zal het nog makkelijker gaan.”
  • Tijdens het doen van een spelletje: “Wauw, wat doe je dit goed” of “Kom, wij zoeken Wally, dan kan de dokter goed zijn/haar werk doen.”

En dit beter niet:

  • “Het gaat even pijn doen.”
  • “Niet huilen.”
  • “Stel je niet aan.”
  • “Het doet geen pijn.”
  • “Hier komt de prik.”

Leg na afloop de aandacht op wat goed ging:

  • “Wat heb je goed stilgezeten.”
  • “Wat deed je het goed.”
  • “Wat heb je ondertussen een mooie tekening gemaakt.”

Kinderen onthouden dat het een positieve(re) ervaring was omdat ze het goed hebben gedaan. Dat geeft vertrouwen voor een volgende keer. Maak na afloop geen excuses en geef geen kritiek!

Zeg na afloop dus vooral niet:

  • “Wat erg voor je, ik weet dat het pijn doet.”
  • “Je gedroeg je als een baby.”
  • “Grote jongens/meisjes huilen niet.”




Een kind is geen kleine volwassene. Dat weten wij in het Juliana Kinderziekenhuis maar al te goed. In ons ziekenhuis krijgt ieder kind de zorg die het beste past. Dag en nacht, en met volle aandacht. Wat maakt het Juliana Kinderziekenhuis het beste ziekenhuis voor uw kind? Dat leest u hier.

Naar het overzicht