Nieuwe behandeling bij knieartrose

23 november 2018

Orthopedisch kniechirurg Sander Spruijt opereerde onlangs de 45-jarige mevrouw Lekx aan haar knie volgens een nieuwe behandelmethode: de kniedistractie. Hierbij plaatst de orthopedisch chirurg een frame met pennen boven en onder de knie waardoor het gewricht geleidelijk zo’n 5 millimeter uitrekt (distractie). Door de ruimte die ontstaat, kan het kraakbeen zich herstellen en zelfs weer aangroeien. Hierdoor vermindert de pijn en kan de knie weer lange tijd beter bewegen. De methode, die geschikt is voor mensen tot 65 jaar, kan het plaatsen van een knieprothese 5 tot 10 jaar uitstellen.

"Een versleten knie of artrose komt steeds vaker voor", legt Sander Spruijt uit. "En dat zien we ook steeds vaker bij mensen op jongere leeftijd. Een knieprothese is dan niet altijd de gewenste oplossing. Een kunstknie slijt bij hen sneller, terwijl zij er veel langer gebruik van moeten maken."

Sander heeft eerder veel ervaring opgedaan met de kniedistractie. "Bij deze methode gaan er vier pennen in het bovenbeen en vier in het onderbeen. Aan de zijkanten van het been worden deze verbonden door een frame met daarin een veer. Het frame kan uitgedraaid worden en zo komt er enkele millimeters ruimte tussen het boven- en onderbeen van het kniegewricht. Door het oprekken van de knie is er geen druk meer op het versleten kraakbeen en ontstaat er ruimte. Daardoor krijgt het kraakbeen tijd om te herstellen en neemt het in volume toe. Eerdere studies tonen aan dat er bij ruim 70% van de patiënten een duidelijke vermindering van de klachten is." Het frame blijft ongeveer 6 weken zijn werk doen.

Meteen geen pijn meer

"Toen dokter Spruijt voorstelde mijn knie volgens deze nieuwe methode te opereren, hoefde ik geen seconde na te denken", vertelt mevrouw Lekx. "Voor een knieprothese ben ik nog veel te jong. Maar ik wilde van de pijn en de instabiliteit af. De operatie - onder ruggenprik - is mij meer dan 100% meegevallen. Dezelfde middag kon ik onder begeleiding van de fysiotherapeut al op mijn geopereerde been staan en lopen. Na de operatie had ik meteen geen pijn meer aan mijn knie. Dat voelde zo fijn. Ik had alleen nog last van de pennen, maar dat is normaal. Daarvoor krijg ik nog wel pijnstillers. Ik kan nu weer langzaam gaan opbouwen, samen met de fysiotherapeut."

 

Geduld

Zodra een patiënt het frame heeft, is de artrosepijn weg. Maar het is zeker geen lichte behandeling, zegt Spruijt. "Patiënten moeten behoorlijk wennen aan het frame en kunnen last hebben van de pennen. Ook is de revalidatie langer dan bij een totale knieprothese of een standcorrectie. Na verwijderen van het frame kan de artrosepijn in eerste instantie terugkomen omdat het kraakbeen er enkele maanden over doet om te herstellen. Het kraakbeen herstelt nog verder tijdens belasting. Dat vraagt veel geduld van de patiënt", aldus Spruijt.

Sander Spruijt wil benadrukken dat kniedistractie niet voor iedere patiënt geschikt is. "We bekijken per patiënt wat de beste behandeling is. Er moet op de röntgenfoto duidelijke slijtage aanwezig zijn. Kniedistractie is niet een behandeling die geschikt is voor slechts een beetje slijtage. En we hanteren een strikte maximum leeftijd van 65 jaar, omdat op oudere leeftijd het kraakbeen minder goed herstelt."

In die gevallen zijn er wel alternatieven. "Wanneer er weinig kans is op herstel en aangroei van kraakbeen, heeft de hele of halve knieprothese de voorkeur. Soms is een standcorrectie een betere optie. Maar voor jongere patiënten is de kniedistractie een goed alternatief. Een knieprothese die zo'n 15 jaar meegaat, kan hierdoor vaak nog tot 10 jaar worden uitgesteld. Je eigen knie voelt altijd prettiger dan een kunstknie."

Over Sander Spruijt

Sander Spruijt koos er in 2017 bewust voor in het HagaZiekenhuis te komen werken. "Het is een topklinisch ziekenhuis en dat spreekt mij aan. De komst van het Orthopedisch Centrum biedt mij als specialist veel perspectief en uitdaging. Ik kijk er naar uit om straks in een splinternieuw centrum te werken met collega's van Reinier de Graaf en LangeLand. De binding die ik met het HagaZiekenhuis en de specialisten van de andere vakgroepen heb, vind ik prettig en nuttig."

Naar het overzicht