Bij een hartinfarct (hartaanval) krijgt een deel van de
hartspier geen zuurstof meer. De oorzaak is vaak een (acute)
afsluiting van een kransslagader. Dit zijn bloedvaten die aan de
buitenkant van de hartspier lopen en het hart zuurstof en voeding
geven.
Wat zijn de kenmerken van een hartinfarct?
Een hartinfarct begint bijna altijd met een heftige pijn op de
borst. De pijn kan uitstralen naar de linker- of rechterarm of de
armen kunnen zwaar aanvoelen. Daarnaast zijn hevig zweten,
misselijkheid en kramp in de kaken de meest voorkomende
kenmerken.
Reageer snel
Hoe langer de hartspier geen bloed krijgt hoe meer schade aan
het hart optreedt. Verder bestaat een kans op (dodelijke)
complicaties zoals een hartstilstand of pompfalen. Hoe eerder de
behandeling start, hoe beter de vooruitzichten zijn. Elke minuut
telt. Het is dus belangrijk om zo snel mogelijk na het begin van de
klachten 112 te bellen.
Spoeddotterprocedure
De beste manier om een hartinfarct te behandelen, is met een
spoeddotterprocedure, in medische termen ook wel Percutane
Coronaire Interventie of PCI genoemd. Dankzij een nauwe
samenwerking met de ambulancediensten in de regio kan een patiënt
met een hartinfarct binnen één uur in het Hartcentrum worden
gedotterd. Hiervoor staat 24 uur per dag een team klaar.
Alle ambulances in de regio hebben apparatuur waarmee ze een
ElektroCardioGram, ook wel ECG of hartfilmpje genoemd, naar het
ziekenhuis zenden. Het ECG wordt direct door de
Interventiecardioloog beoordeeld. Als uit het ECG blijkt dat de
patiënt een acuut hartinfarct heeft, dan brengt de de ambulance de
patiënt direct naar het Hartcentrum voor een
spoeddotterprocedure.