Iedere week verwelkomen we in het HagaZiekenhuis duizenden patiënten voor een onderzoek, spreekuur, operatie of opname. Onze patiënten hebben vaak contact met meerdere medewerkers. In de spreekkamer of aan bed, maar ook aan de telefoon of de balie.

We willen graag zeker weten dat we de juiste patiënt voor ons hebben. Daarom stellen we altijd minstens 2 ‘identificatievragen’. Door de antwoorden die hij of zij geeft, weten we zeker of het de juiste patiënt is. Én voorkomen we dat we een fout maken.

In het HagaZiekenhuis stellen we niet alleen vragen. We controleren ook de foto in het medisch dossier en een eventueel polsbandje. En kan de patiënt zelf niet antwoorden? Dan stellen we vragen aan de begeleider. Op de poster is de werkwijze goed te zien.

Download de poster

Meer weten over patiëntidentificatie in het HagaZiekenhuis?

Welke identificatievragen stellen we?

We stellen open vragen. Vragen die we altijd stellen zijn:

  • Wat zijn uw voorletters en achternaam?
  • Wat is uw geboortedatum?

In een aantal gevallen stellen we ook aanvullende vragen, zoals:

  • Voor welk onderzoek komt u?
Wanneer stellen we identificatievragen?
  • Als we iets in het medisch dossier willen toevoegen of aanpassen;
  • Als we met de patiënt in gesprek gaan (ook via de telefoon);
  • Als we bloed of weefsel gaan afnemen voor onderzoek;
  • Als we medicijnen, bloed of (speciale) voeding gaan toedienen;
  • Als we de patiënt gaan vervoeren naar een andere plek in het ziekenhuis. Bijvoorbeeld voor een onderzoek;
  • Als we de patiënt gaan onderzoeken of opereren;
  • Als we twijfelen of we de juiste persoon voor ons hebben.

Een patiënt moet altijd kunnen bewijzen wie hij of zij is. Daarom moet elke patiënt een geldig legitimatiebewijs (paspoort, rijbewijs, identiteitskaart of vreemdelingendocument) meenemen bij elk bezoek aan het HagaZiekenhuis.

Wanneer krijgt een patiënt een polsbandje?

Een patiënt krijgt een polsbandje als hij/zij:

  • wordt opgenomen in het HagaZiekenhuis;
  • dialyse, infusietherapie of een ingreep krijgt;
  • niet goed kan praten door een (tijdelijke) aandoening;
  • verward is en zich niet goed kan uitdrukken;

Baby's en kleine kinderen in het Juliana Kinderziekenhuis krijgen ook een polsbandje.