Voordat u begon aan een behandeling met chemotherapie, zijn er stamcellen afgenomen uit uw bloed (stamcelaferese). Na de chemotherapie worden deze teruggeplaatst. Dit noemen we een stamceltransplantatie of reïnfusie. Door de stamcellen terug te plaatsen, kunnen witte en rode bloedcellen en bloedplaatjes snel worden aangemaakt. Hierdoor heeft u minder kans op infecties en bloedingen. 

Stamceltransplantatie (Reïnfusie) in het HagaZiekenhuis

De stamcellen worden 1 of 2 dagen na de laatste chemotherapie bij u teruggeplaatst. Dit gebeurt via een katheter. Tijdens de transplantatie controleert een verpleegkundige uw bloeddruk, pols en temperatuur. Zo kunnen we goed in de gaten houden hoe uw lichaam reageert op de teruggave. 

Uw lichaam kan na de transplantatie enkele dagen vies ruiken. Dit komt door de bewaarvloeistof van de stamcellen. U ruikt dit niet, maar uw omgeving wel.